In 2009 componeerde Michel Vangheluwe in opdracht van de ‘Vrienden Aleksandr Ogorodnikov’ een nieuw oratorium rond zes muzikale thema’s.
Componist Michel Vangheluwe
Michel Vangheluwe (° 1962) studeerde na zijn humaniora contrabas aan het Lemmensinstituut in Leuven en behaalde daar de eerste prijzen notenleer, kamermuziek, contrabas en het hoger diploma contrabas met onderscheiding. Hij is sindsdien werkzaam als contrabassist in het Vlaams Radio Orkest en het Collegium Instrumentale Brugense. Daarnaast werkte hij mee aan talloze producties met vooraanstaande klassieke ensembles: de Filharmonie van Antwerpen, het Vlaams Symfonisch orkest, de Beethovenacademie, Prima la Musica, het Antwerps Kamermuziekensemble enzovoort. Hij verleende zijn medewerking aan talrijke cd-opnames met het Wim Mertens-ensemble, het BRTN Filharmonisch orkest en het Collegium Instrumentale.
Michel Vangheluwe is oprichter en inspirator van " Nieuwe Oogst ", een jaarlijks kunstenfestival in Sint-Lievens-Esse dat naast muzikale evenementen ook tentoonstellingen en uiteenlopende artistieke disciplines aan bod laat komen. Daaruit vloeiden diverse samenwerkingsverbanden voort, onder andere met Music Under Construction, een New-Yorks collectief dat moderne dans en muziek promoot. Dat leidde tot het fel gesmaakte “The Dance Project” met tournees in Vlaanderen en de Verenigde Staten.
Daarnaast is Vangheluwe componist. Aanvankelijk schreef hij klassiek opgebouwde composities voor wisselende kamermuziekbezettingen. Hij werd echter hoe langer hoe meer geboeid door de eenvoud en kracht van de traditionele volksmuziek. Deze muziek, die recht naar het hart gaat, inspireerde hem tot het oprichten van het ensemble Ishtar, waarvoor hij alle liederen componeert en arrangeert. Sinds de oprichting van Ishtar in 2001 nam het ensemble, dat in essentie Europese Liefdesliederen van alle tijden brengt, een hoge vlucht. Met de programma's TroubAmour en From Europe with Love gaf Ishtar optredens in de meeste Vlaamse culturele centra. Ze stonden op belangrijke folkpodia als Brugges Festival, Sfinks, Brosella enzovoort. In het voorjaar 2008 won Ishtar de selectierondes van Eurosong 2008 en verdedigde België tijdens het Eurosongfestival in Belgrado. Ondertussen werkt Ishtar aan een verdere uitbouw, zowel nationaal als internationaal. Als componist kreeg Michel Vangheluwe uiteenlopende compositieopdrachten. Zo realiseerde hij de cd Livinus was zijn naam in het kader van de Livinusfeesten 2007 in Sint-Lievens-Esse.
Michel Vangheluwe componeerde in opdracht van de ‘Vrienden Aleksandr Ogorodnikov’ een nieuw oratorium rond zes muzikale thema’s. |
Zes muzikale thema’s
Het oratorium is opgebouwd rond zes muzikale thema’s. In een eerste fase werd rond de inhoud gewerkt. In een volgende fase gaat Vangheluwe die thema’s muzikaal uitwerken en versmelten tot een muzikaal geheel. De zes thema’s handelen inhoudelijk over:
Log
Dit muziekstuk is geschreven voor een basisbezetting van solo-basstem, orgel, fluitensemble en hoorn. ‘Log’ betekent ‘Leugen’ in the Russisch. ‘Log ‘ is geïnspireerd door de volgende gedachte : Ogorodnikov komt na lange tijd terug in Perm 36, het kamp in de Oeral waar hij gedurende zeven jaar in de meest erbarmelijke omstandigheden is opgesloten geweest. Ik probeerde mij bij het componeren voor te stellen welke gevoelens deze confrontatie met zijn kampverleden voor Alexandr heeft opgeroepen. De eerste indrukken zijn onwezenlijk. Alexandr wordt als het ware verdoofd door de hernieuwde aanblik en de herinneringen aan het kamp. Hij wil de gevoelens die hem overvallen niet nogmaals beleven en vormt als het ware een beschermend mentaal pantser om zich heen ( orgel + fluit + hoorn). Het eerste akkoord dat ingezet wordt door het orgel wordt heel lang aangehouden. Dit heeft een dubbele bedoeling : in de eerste plaats symboliseert het de uitzichtloosheid van de zeven jaar gevangenschap. Er komt als het ware geen eind aan. Ogorodnikov wist op voorhand niet wanneer hij zou vrijkomen en of hij hoe dan ook zou vrijkomen, met andere woorden werd zijn hoop dag en nacht op de proef gesteld. In de tweede plaats duidt het orgelakkoord ook op de onmetelijkheid in ruimte, namelijk de geïsoleerde ligging van het kamp, honderden kilometers van de bewoonde wereld in een uitgestrekt, monotoon en onherbergzaam landschap. In de tweede fase van ‘Log’ vertelt de zangstem schoorvoetend het relaas. Al vertellend komt de kampervaring weer voor ogen, alsof Alexandr alles nogmaals moet ondergaan. Alle details die hij ziet, herinneren hem aan die afgrijselijke periode van eenzaamheid, vernedering, ontbering en pijn. Automatisch komt de meest menselijke reactie hierop naar boven bij hem : het is een reactie van woede voor alle leed dat hem onrechtmatig werd aangedaan door zijn medemens en het systeem. Muzikaal wordt dit benadrukt door de dreigende forte-passages in het orgel en de zangstem. Woede is echter niet zijn stijl. Ogorodnikov probeert die woede positief om te buigen in aanvaarding, meer nog, hij puurt er de kracht uit om zijn levenswerk door te zetten. Ook in de tekst van Patrick Lateur wordt dit zo uitgedrukt : Maar wie het leed verbijt, het Leven raakt,hij schreeuwt van vreugde: ‘Dood, waar is je zege?’ De grote muzikale contrastwerking tussen luide en zachte passages symboliseert de innerlijke strijd die zich in de mens Ogorodnikov voltrekt. Hij kiest voor een glansrijke overwinning van het leven op de dood !
Fences
Ogorodnikov werd tijdens zijn leven met vele vormen van isolement geconfronteerd. Soms was dit isolement heel fysiek. Het kamp Perm 36 met de prikkeldraadversperringen en de isoleercel zijn hier sprekende voorbeelden van. Heel dikwijls was dit isolement ook mentaal : Ogorodnikov werd geïsoleerd en tenslotte letterlijk opgesloten omdat hij een andere visie op de werkelijkheid had dan de heersende communistische overheid. Zowel fysiek als mentaal isolement vormen versperringen naar ontmoeting en samenleving. Hierover gaat het muziekstuk “ Fences – omheiningen” . Finaal gaat het over de onmogelijkheid van werkelijke ontmoeting zolang men weigert of niet bij machte is uit het eigen denkpatroon te stappen en zich in te leven in de situatie van anderen.
Perm 36
Dit stuk beeldt Alexandr Ogorodnikov af die opgesloten zit in de isoleercel, waar hij gedwongen wordt om wekenlang in miserabele omstandigheden te overleven. Hij is de meest eenzame mens op aarde, heeft geen contact met zijn vrouw en kind, familie, vrienden of enig ander menselijk wezen. 24 uur op 24 wordt hij geconfronteerd met de grootste fysische en psychologische ontberingen die een mens kunnen te beurt vallen : bittere kou, honger, dorst, slaaptekort maar bovenal ook de destructieve kracht van oneindige en absolute eenzaamheid. Wat gaat er op zo’n moment door het hoofd van een mens ? Ogorodnikov wordt uitgedaagd tot aan de grenzen van zijn fysieke en mentale vermogens. Hij klampt zich wanhopig vast aan herinneringen uit betere tijden en ...aan zijn geloof. Ongetwijfeld zal hij ernstige geloofscrisissen doorgemaakt hebben in deze onmenselijke omstandigheden. Hij is echter enorm taai en met een ongelooflijke hardnekkigheid klampt hij zich aan het leven vast. De piano-akkoorden geven als vallende druppels het eentonige ritme van zo’n dag in de isoleercel weer. Flarden van herinneringen aan betere tijden waaien door het beproefde brein van Ogorodnikov. Hij is vertwijfeld, maar bij momenten voelt hij een sprankeltje hoop. Dag en nacht wordt hij met zichzelf en zijn tobbende gedachten geconfronteerd. Op het einde van het stuk worden de druppelende piano-akkoorden mokerslagen, die alle hoop op een uitweg uit die penibele situatie de kop inslaan.
‘Hope’
In dit ganse levensverhaal is er een leidraad die heel sterk aanwezig is : de kracht die Alexander put uit de onverwoestbare hoop op beterschap. Het is de wil om te overleven en om verder te bouwen aan een droom die tenslotte triomfeert over alle negativiteit. Dit thema wordt uitgewerkt in het slot van het oratorium.
Smert
‘Smert’ betekent ‘Dood’ in het Russisch . Dit muziekstuk krijgt, ondanks de sombere toon toch een heel hoopvolle wending. De dood wordt overwonnen door het geloof in Gods genade : zo eindigt het lied ook met de tekst van Patrick Lateur : de God van levenden is nu heel dicht. Muzikaal gezien wordt Smert opgevat als een koraal. Het koraal is een eeuwenoude muzikale vorm die al vele generaties lang meegedragen wordt in het collectief muzikaal geheugen. Wie kent bijvoorbeeld niet “O hoofd vol bloed en wonden “ en de beroemde koralen uit het oeuvre van Johann Sebastian Bach. Een koraal kan een meditatieve werking hebben door de bezwerende herhalingen. De inleiding van Smert wordt uitgevoerd door 4 stemmig mannenkoor . Daardoor krijgt het stuk een heel traditioneel Russisch- Orthodoxe inslag, vooral ook doordat het in een heel laag register voor de basstem geschreven werd. Het koraal zal bij de definitieve versie drie maal herhaald worden, steeds in een groeiende bezetting : eerst 4 stemmig mannenkoor, daarna aangevuld met fluit , kinderkoor en gemengd koor, om ten slotte in alle overtuigende grootsheid te eindigen met symfonisch orkest inclusief koperblazers en slagwerk. Het is bedoeld als een krachtig gezongen “ Ja “ tegen het leven.
KGB
“Haunted” suggereert de jarenlange inmenging van de geheime diensten KGB in het leven van Ogorodnikov. Op elke plaats, op elk moment, dag en nacht, zelfs tot op vandaag, wordt Alexandr gecontroleerd, geviseerd , opgepakt, verhoord. Hij voelt zich als een opgejaagd dier dat nooit met rust wordt gelaten. Muzikaal wordt dit verwoord door de staccato-passages in piano, fluit en hoorn, die doen denken aan ratelende machingeweren, een spervuur van vragen, bevelen en beschuldigingen. Deze instrumenten staan symbool voor leden van de staatspolitie en voor sommige cipiers in de kampen. De cello geeft dan weer Ogorodnikov zelf weer, die bijna moedeloos wordt door die constante inbreuken op zijn privé-leven en zijn werk. Hij wil zich hieraan onttrekken, maar wordt telkens teruggezogen in de zuigende modder van de apparatsjiks.
Muziek CD
1.Smet intro | 2:15 | Beluister track 1 |
2.Smet gitaar + fluit | 2:31 | Beluister track 2 |
3.Russian lyric 1 | 3:16 | Beluister track 3 |
4.KGB | 2:26 | Beluister track 4 |
5.Log | 4:11 | Beluister track 5 |
6.Smet gitaar solo | 1:15 | Beluister track 6 |
7.Polna jevo stezy’a | 2:19 | Beluister track 7 |
8.Russian lyric 3 | 2:00 | Beluister track 8 |
9.Smert outro Braambos | 1:10 | Beluister track 9 |
Uitvoerders
Jan Maqthé: bas en cello
Hilde Coppé: sopraan
Ilse Vromans: fluiten
Johan Vanneste: hoorn
Michel Vangheluwe: piano en bas
De grote leugen legt het masker af:
geheime wachters van de macht bedreigen
en priesters hullen zich in schuldig zwijgen.
De God van levenden is nog veraf.
De dood waart in de goelag rond, een zegen
voor wie door pijn geknakt is en gekraakt.
Maar wie het leed verbijt, het Leven raakt,
hij schreeuwt van vreugde: ‘Dood, waar is je zege?’
En zie: er drijven eilanden van licht
over het duister water van de macht,
genadig heil voor mensen in hun nacht.
De God van levenden is nu heel dicht.
Hij leeft voor al de zijnen,
hij spreekt voor alle kleinen.
Integer tegenspreken
een leven lang.
Patrick Lateur